Certeso

Autocad plannen gebruiken in Safety Reports

Gewenste plannen en gewenste informatie op de plannen

Indien het gaat om gebouwen die uit verschillende verdiepingen bestaan, dient er per verdieping  een bestand aangeleverd te worden. Iedere tekening dient in dezelfde schaal opgemaakt te zijn.  

Met betrekking tot het klaarmaken van de bestanden voor uw bedrijf, vragen wij u ons volgende  tekeningen aan te leveren:  

Het volledige site plan, waarop alleen de buitenomgeving, de contouren van de gebouwen  (geen binnenmuren) en de benamingen van de verschillende sectoren of gebouwen zijn weergegeven in  aparte lagen. 

De verdiepingsplannen, met uitsluitend aanduiding van de meest elementaire bouwkundige  elementen, zoals buiten- en binnenmuren, ramen en deuren en trappen en liften, aangevuld met -in  aparte lagen- polygonen die de lokalen voorstellen. De lokaalbenamingen (functie en/of nummer) dienen  eveneens inbegrepen te zijn, in een aparte laag.  

Siteplan en verdiepingsplannen dienen opgemaakt te zijn in dezelfde schaal en dienen een  gemeenschappelijk 0-punt te hebben. De inplanting van de lokalen op niveau 1, resp. 2, enz. dient dus  te corresponderen met de werkelijke ligging t.o.v. de onderliggende lokalen. Dit wil niet zeggen dat de  plattegronden dienen geroteerd te worden teneinde hun onderlinge fysieke relatie te laten  overeenstemmen met de werkelijke situatie. Indien het de leesbaarheid van de tekening ten goede komt,  mag men er namelijk voor opteren plattegrond 1 anders te oriënteren dan plattegrond 2, zolang er maar  voor gezorgd wordt dat deze plattegronden een gemeenschappelijk 0-punt hebben. Om een vlotte  verwerking in Safety Reports mogelijk te maken, dient elke plattegrond voorzien te zijn van de noordpijl. 

Afhankelijk van de module waarin gewerkt gaat worden binnen Safety Reports, worden  elementen die relevant zijn voor deze module, ondergebracht in aparte lagen. 

Gelieve tevens de bibliotheek van blokken in Autocad aan te leveren (lijst in Word of Excel)  

Aandachtspunten bij het tekenen

De volgende adviezen maken de tekeningen niet alleen beter hanteerbaar voor Safety Reports, maar  komen de onderhoudbaarheid van de plannen in het algemeen ten goede.  

Leg vooraf afspraken vast i.v.m. nulpunten en tekeneenheden (schaal). Hiermee kan  onnodige complexiteit en extra werk voorkomen worden indien gegevens moeten gecombineerd worden  van verschillende tekeningen (vb. verschillende verdiepingen van een gebouw) of indien tekeningen  omwille van wijzigingen moeten vervangen worden.  

Maak gebruik van lagen om gelijkaardige informatie te groeperen. De informatie kan dan later  gefilterd worden om de specifieke informatie die men wenst op een bepaald ogenblik en/of in een  bepaalde toepassing (Safety Reports) optimaal te visualiseren en gemakkelijk terug te vinden.  

Gebruik indien mogelijk autocad blokken om fysieke objecten voor te stellen (vb. aanwezige  toestellen, signalisatieborden, …). Gebruik deze blokken zo consistent mogelijk. 

Autocad adviezen v 2022 05 04 p1-3 

Voeg attributen toe aan de blokken om identificatiecodes in op te slaan indien deze informatie  voor handen is. Safety Reports kan de eigenschappen in deze attributen desgewenst overnemen als  achtergrondinformatie. 

Zorg er zoveel mogelijk voor dat fysieke objecten die voorgesteld worden door lijnen en figuren  uit 1 figuur of lijn bestaan. Gebruik bijvoorbeeld polylijnen voor een brandmuur in plaats van 2 of meer  afzonderlijke lijnen.  

Zorg er zoveel mogelijk voor dat lijnen en figuren die verschillende fysieke objecten voorstellen  te herkennen zijn. Dit kan het best door het gebruik van lagen (vb. een laag voor binnenmuren, een laag voor buitenmuren, een laag voor brandmuren, …), maar ook het consistent gebruik van kleuren en  lijntypes is hierbij heel nuttig. Herkenbaarheid betekent hier niet alleen dat deze objecten herkenbaar zijn voor mensen die de tekening bekijken maar ook voor geautomatiseerde systemen zoals Safety Reports.  (vb. verschillende schakeringen van een zelfde kleur die door elkaar gebruikt werden veroorzaken geen  problemen voor mensen die een tekening bekijken, maar wel voor een geautomatiseerd systeem omdat  dit systeem gewoon verschillende kleuren ziet).  

Geef lagen en blokken een betekenisvolle naam en zorg dat de inhoud consistent is (en blijft)  met de naam. Dit kan heel wat zoekwerk besparen, zowel voor tekenaars als voor gebruikers van het  systeem.  

Aanmaken van een DXF voor gebruik in Safety Reports

Indien u een tekening wil importeren in Safety Reports, dan moet deze in een DXF-formaat  weggeschreven worden. Deze DXF dient aan volgende vereisten te voldoen:  

De DXF mag geen externe referenties (verwijzingen naar andere tekeningen of naar blokken  in andere tekeningen) bevatten. Safety Reports zal de DXF wel importeren maar de externe referenties  negeren. Gebruik de “External References” in autocad (menu-item “External References” “Bind” →  “Insert”) om de informatie van de externe bestanden in de tekening te bewaren. 

Zorg dat er zich geen objecten bevinden buiten de viewextents van de tekening. Deze  objecten worden mee ingelezen in Safety Reports en beïnvloeden de zoom-all functie.  

Let op voor lichte kleuren. In Autocad wordt standaard op een donkere achtergrond getekend.  Lichte kleuren zijn dan goed zichtbaar. Safety Reports verkiest om net zoals op papier op een witte  achtergrond te werken. Hierop kunnen de betreffende objecten dan slecht zichtbaar zijn. Witte lijnen zijn  normaal geen probleem omdat die net zoals op de afdrukken van autocad zelf automatisch zwart worden  in Safety Reports.  

Laat alle aanwezige blokken intact. Explodeer ze niet.  

Alle informatie die Safety Reports nodig heeft moet in de model-space te vinden zijn. Alles wat  in paper-space zit (meestal bladkader en titelhoek) wordt door Safety Reports genegeerd.  

Indien er lagen zijn die gemarkeerd zijn als niet “plotable’, zal de erop aanwezige informatie  niet zichtbaar zijn in Safety Reports. In de meeste gevallen is dit informatie die niet nodig is in Safety  Reports en is er dus geen probleem. 

Beperkingen van Safety Reports

Bestanden die klaar gemaakt worden voor Safety Reports dienen bewaard te worden als DXF  release 2004

Safety Reports ondersteunt niet alle 3D-objecten, maar wel 3D transformaties op 2D  objecten en blokken. (Vb. cirkels die gedraaid werden rond X of Y-as en in bovenaanzicht er uit zien als  een ellips komen dus ook in Safety Reports te voorschijn als een ellips. Een 3D polyline zal door Safety  Reports genegeerd worden, een 2D polyline die in 3D verplaatst of geroteerd werd zal wel herkend  worden.) 

Safety Reports ondersteunt geen maataanduidingen en geen arceringen. Deze worden  door de applicatie genegeerd. Indien u het noodzakelijk acht dat bepaalde arceringen toch zichtbaar  zouden zijn in Safety Reports, dan dient u de tekening die de arceringen bevat te bewaren als AutoCAD  R12 DXF, ze terug in te lezen en vervolgens te bewaren als AutoCAD 2004 DXF. Hou er echter rekening  mee dat door deze operatie de omvang van het bestand in de meeste gevallen groter zal worden.  

Splines hebben in autocad veel mogelijkheden. Safety Reports ondersteunt wel splines, maar  niet alle mogelijkheden er van. In sommige gevallen geeft Safety Reports een benadering weer van de  spline.  

Tracht de grootte van het bestand te beperken tot 50 MB. Bestanden tot ca. 100 MB worden  nog wel ingelezen, maar vertragen in belangrijke mate het systeem.